Wanneer je een foto maakt dan is het de bedoeling dat deze foto scherp is. Autofocus kan je daarbij helpen om de foto scherp te krijgen. Dit kan je bijvoorbeeld bereiken door de opnameknop, waarmee je de foto maakt, licht in te drukken. Via de viewfinder of via het LCD-scherm kan je vervolgens kijken waar je fototoestel op scherp stelt. Dit zou je kunnen controleren doordat er in de puntjes kort oplichten (of een vergelijkbare tool) die aangeven waarop je focust. Deze autofocus wordt ook veelal afgekort als AF.
Wanneer gebruik je autofocus?
In veel gevallen kan het handig zijn om autofocus te gebruiken. Dit kan je instellen via de instellingen van je fototoestel waarbij je de autofocus aanzet (AF). Zelf maak ik gebruik van de functie AF + MF, wat de afkorting is voor de autofocus (AF) en manual focus (MF). Dit betekent dat het fototoestel automatisch scherp stelt, maar dat ikzelf ook nog de focus kan verplaatsen indien ik dit zou willen doen. Dit is bijvoorbeeld handig als je een voertuig wil fotograferen die snel voorbij komt rijden.
Verschillende soorten autofocus standen
Bij een fototoestel merken Nikon en Canon (en wellicht ook bij andere merken) zijn er verschillende standen van autofocus. Hieronder kan je de verschillende functies terugvinden die ik heb opgeschreven voor de merken Nikon en Canon fototoestellen. Kijk voor andere merken op de betreffende website, in de handleiding of in de instellingen van je fototoestel.
- AF-S (Nikon) / One Shot (Canon): Hiermee kan je focussen op één specifiek punt. Bijvoorbeeld een eend die in het water zwemt.
- AF-C (Nikon) / AI Servo (Canon): Hiermee kan je focussen op één punt, maar waarbij het fototoestel automatisch scherpstelt op het dichtbijzijnde onderwerp.
- AF-A (Nikon) / AI Focus (Canon): Hiermee kan je focussen op één of twee punten die je scherp wilt hebben. In sommige situaties kan dit erg handig zijn. Denk bijvoorbeeld aan een sportwedstrijd wielrennen of hardlopen.
Wanneer zou je niet gebruik moeten maken van autofocus?
Ik raad autofocus af wanneer je een ander punt in focus wilt brengen. Dit zou je bijvoorbeeld kunnen bereiken door de functie AF + MF in te schakelen. Hierdoor kan je altijd de focus handmatig aanpassen mocht je dit willen.
Ook bij avond- en nachtfotografie (of situaties waarin het donker is) zou ik ervoor kiezen om geen autofocus te gebruiken. In deze voorbeelden zou ik dan gebruikmaken van de manual focus (MF). Dit kan extra tijd kosten, maar daardoor kan je wel scherpstellen op het gewenste object dat je graag scherp zou willen hebben.